Tijdens de vlucht herinnert , de bokskampioen, zich zijn levensreis. Zijn kindertijd vond plaats in de eerste naoorlogse jaren. Hij groeide op zonder vader, zijn moeder had het druk met werk, zijn oudere broer zat in de gevangenis, de relatie met de nieuwe stiefvader verliep niet en de jongen werd op straat grootgebracht. Daar leerde hij vechten, en dit leidde hem naar de boksring. Na verloop van tijd werd de eigenwijze straatjongen de kampioen van Europa.