Twee jonge prinsen ontsnappen maar net aan de dood bij een aanslag op hun vader de keizer. Eén van de prinsen wordt door de minister geadopteerd als zijn zoon en hij leert daar met het zwaard om te gaan. De andere zoon komt bij een Shaolin tempel terecht en wordt daar door drie gekke monniken opgevoed die hem kung fu bijbrengen Als de broers elkaar weer terugzien strijden ze samen tegen degene die hun vader heeft vermoord.